Huiselijk geweld onder Nederlanders is het gevolg van alcoholmisbruik,

huiselijk geweld onder moslims is het gevolg van de islam.

(Ceylan Pektas-Weber, uit: Moslima’s, Emancipatie achter de dijken, 2006)

 

De mythe van overal hetzelfde

Hirsi Ali en consorten geloven in een islam die in tijd en plaats onveranderlijk is gebleven. Zij zien de islam als een monolithisch onveranderlijk blok, hecht, consistent, en zonder variaties naar plaats en tijd.

De islam is volgens hen altijd en overal gekoppeld aan armoede, geweld en achteruitgang; vrouwvijandig en een voedingsbodem voor geweld en terrorisme en niet in staat zichzelf te moderniseren. Het moge duidelijk zijn: dit is een versimpeling en een karikatuur.

Voltaire

Sadik Al-Azm, mensenrechtenactivist, criticaster van traditionele opvattingen in de islamitische wereld en winnaar van de Erasmusprijs 2004, neemt stelling tegen deze zienswijze. In een artikel opgenomen in de bundel Religie en Moderniteit uit 2004 laat deze Voltaire van de Arabische wereld zien dat de moslimwereld niet zo eenvormig is als Hirsi Ali en consorten ons willen laten geloven. Binnen de Arabische wereld zijn in de gehele 20e eeuw levendige discussies geweest. Discussies onder andere over hoe de Koran en het leven van Mohammed geïnterpreteerd zouden moeten worden in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen. Hij laat ook zien dat het in de Arabische wereld niet alleen de islam is wat de klok slaat. Het intellectuele en culturele leven is daar niet geconformeerd aan de islam, niet onvoorwaardelijk religieus of spiritueel in een malaise. Binnen de Arabische wereld is verandering mogelijk en die vindt ook daadwerkelijk plaats.

Moderniteit

De Marokkaanse feministe, islamcriticus en ook winnaar van de Erasmusprijs 2004, Fatima Mernissi, heeft in diverse boeken en artikelen laten zien dat de islamitische wereld wel degelijk in staat is zichzelf te vernieuwen. In haar boek 'Achter de sluier' beschrijft zij het islamitisch Marokko van eind jaren zeventig van de vorige eeuw. De positie van vrouwen is in die tijd fundamenteel veranderd. De traditionele Marokkaanse vrouwvijandige familiestructuur met een scheiding tussen een mannendomein en een vrouwendomein begon toen scheuren te vertonen. Let wel: in dezelfde periode beleefde Nederland de tweede feministisch golf.

Traditie

De Marokkaanse familiestructuur kan niet alleen gezien worden als een bron van onderdrukking van de vrouw, zoals veel westerlingen doen. Mernissi interviewde traditionele vrouwen die de scheiding tussen mannen en vrouwen ervoeren als iets om trots op te zijn en als een teken van prestige, een privilege van een vrouw met een rijke man. Dit is goed te vergelijken met de jaren vijftig van de vorige eeuw in Nederland. Toen waren Nederlandse vrouwen ook trots dat ze niet hoefden te werken. Zij hadden namelijk een man die voldoende geld verdiende om het hele gezin te onderhouden.

Economie

Mernissi ziet de Marokkaanse samenleving in de jaren zeventig van de vorige eeuw veranderen door:

Door deze veranderingen ontstonden openingen in de traditionele familiestructuur en konden vrouwen zich meer en meer vrijheden veroorloven.

Onafhankelijkheidsbeweging

Het fundament van deze vrijheden ligt in de strijd tegen de Franse overheersing en voor een vrij Marokko. Deze strijd werd gestreden tussen 1920 en de onafhankelijkheid in 1956. De islamitische vrijheidstrijders deden er alles aan om van de Fransen af te komen, zelfs als dat een aantasting van de traditionele familiestructuur betekende. Zij zagen vrouwenemancipatie, inclusief onderwijs en betaalde arbeid voor vrouwen, als noodzakelijke stap om Marokko te bevrijden. Vrouwenemancipatie en islam hoeven dus niet op gespannen voet te staan.

Sterke vrouwen

In de bundel 'Religie en moderniteit' schrijft Mernisse over de positie van vrouwen in de islam ophet internet en de Arabische satellietzenders.

Enkele beelden op de Arabische satellietzenders anno 2002:


Democratische revolutie

Deze veranderingen zijn volgens Mernissi juist het gevolg van technologische ontwikkelingen zoals internet en satellietzenders. Door de concurrentie tussen en explosieve groei van Libanese, Saoedi-Arabische, Iraanse en Katarese zenders is een grote behoefte aan journalisten en andere werknemers ontstaan. Vrouwen hebben deze kans gegrepen. 50.000 van de 80.000 werknemers bij de Arabische radio en televisie zijn vrouw. Deze concurrentie en de opkomst van internet hebben ook tot gevolg gehad dat machthebbers in het Midden-Oosten gedwongen zijn naar hun burgers te luisteren en de dialoog aan te gaan. Autoritaire regimes en olielobby’s blijken daartoe gedwongen te worden.

Arabische vrouwen aan de top
De VPRO zond eind 2005 twee documentaires uit van Bregtje van der Haak over de positie van vrouwen in de Marokko en Saoedi-Arabië. Het zijn twee islamitische landen maar de verschillen zijn immens.

“We hebben het westen niet nodig.”

In Saoedi-Arabië hebben vrouwen geen stemrecht, kunnen zich alleen totaal gesluierd in het openbare leven vertonen en mogen geen auto rijden. Zij kunnen alleen onder begeleiding van een mannelijke voogd het land verlaten en de scheiding tussen mannen en vrouwen is in het openbaar bijna totaal.

Toch lijken er anno 2005 veranderingen in zicht. Het Saoedi-Arabische regime heeft de deur op een kier gezet om vrouwen te laten participeren in de economie. Van der Haak ontmoet een aantal carrièrevrouwen:

Ook laat Van der Haak een lid van het koningshuis, een in zijn land zeer controversiële prins, aan het woord die zich inzet voor gelijke kansen, gelijke beloning en gelijke posities voor vrouwen. Hij stelt dat zijn geloof gekaapt is door een klein groepje conservatieve mannen.

De fotografe en de universitair docent hebben de meeste moeite met het regime. Toch kiezen ze ervoor om te blijven en te vechten voor meer openheid. De fotografe zegt voor de camera wat de andere vrouwen lijken te denken: we hebben het westen niet nodig, we doppen onze boontjes zelf wel.

 

“We zijn er nog lang niet.”

In de uitzending over Marokko laat Van der Haak een voorhoede van hoogopgeleide vrouwen aan het woord. Wat opvalt, is dat bijna al deze vrouwen geen hoofddoek dragen. Hun verhalen geven een duidelijk beeld hoe gevarieerd deze moslimvrouwen zijn opgevoed en in het leven staan.

 

Deze moslima's gebruiken de ruimte die in Marokko de afgelopen jaren is ontstaan om een carrière op te bouwen. Zij voelen zich gesteund door het Marokkaanse regime. Koning Mohammed VI heeft er voor gezorgd dat er een nieuwe familiewet is aangenomen die vrouwen veel meer rechten geeft. Ook in het strafrecht en arbeidsrecht is de gelijkheid van mannen en vrouwen doorgevoerd. Het blijft niet bij de verandering van wetgeving. Postbus 51-achtige spotjes op de televisie moeten de Marokkanen bewegen zich tegen ongelijke behandeling van vrouwen te keren.

 

De vrouwen vinden dat ze er nog lang niet zijn. Marokkaanse mannen blijven moeite hebben met de vrijgevochten moslima’s. Vrouwen worden nu misschien wettelijk minder belemmerd maar een samenleving kent andere manieren om individuen die afwijken van de traditionele waarden, te bestraffen.De eindredactrice maakt een mooie vergelijking. Zij ziet overeenkomsten tussen de strijd die vrouwen (en mannen) in het westen hebben moeten voeren in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, en de strijd die Marokkaanse vrouwen (en mannen) op dit moment, begin 21e eeuw, voeren.

De verschillen tussen de islam en het westen blijken dus niet zo groot. En moslims in een islamitisch land zijn goed in staat zonder hulp van het westen het heft in eigen hand te nemen en hun samenleving zelf te moderniseren.


© Chris van der Kroon